Op de rug van de Draak
Geen vliegreis nodig voor één van de mooiste en verrassendste wandelpaadjes.Tussen de grootste megalieten van België. zoals de witte Menhir, de Pierre Haina en de dolmens van Weris en het Duivelsbed. Vijfduizend jaar geleden werden er de puddingstenen bewerkt en als accupunt naalden in de aarde geplaatst. In een oude groeve ontdekte ik gaten waarmee de stenen, net als de obelisken van de Egyptenaren, met behulp van touwvezels en water van de rotsen gespleten werden. Puddingsteen mag dan de naam tegen hebben maar het is uitermate hard. Het is een samenstelling van kiezelstenen in een natuurlijk beton dat vele miljoenen jaren geleden in de aardkorst is ontstaan. Nader bekeken is dit oude stenen heiligdom, niet ver van het toeristische stadje Durbuy, één van de Belgische parels. Het heeft een omvang van zes kilometer en de natuur is er weldadig en een beetje ruig. De enorme rotsen bij Roche à Frène, wachters aan het liefelijke riviertje de Aisne, doen niet onder voor die van de Paaseilanden. Ook al lijken veel stenen willekeurig van de bergwand gerold, velen ervan zijn er met precisie neergelegd. Niet voor niets heet er een dorpje Lignely, of wel leylijn, een benaming voor aardse energielijnen.
Heyd, een ander mooi dorp, ligt midden tussen de stenen aan de Crête, de bergrug. Waar, zo heb ik vernomen, de Col du Rideû de enige erkende Belgische bergpas is. Wanneer je de bergrug richting het oosten volgt kom je uiteindelijk over het mooiste paadje dat we de Drakenrug hebben gedoopt. Maar stappend vanaf de Rideû kom je eerst aan het hoogste punt van 380 meter. We noemen dat “de Kroon” want waarschijnlijk zijn de stenen in de loop der tijden door mensen opgestapeld. Zoals ze dat in sommige streken van Ierland nog steeds doen. Daarboven moet je vroeger een wijds uitzicht hebben gehad. Foto’s van 100 jaar geleden laten kale bergen zien, kort gehouden door de schapen. Nu staan er eikenboompjes die, ondanks hun hoge leeftijd, niets van hun rijzige en statige soortgenoten hebben die lager staan. Ze kronkelen naar hartenlust zoals hun wortels zich een weg banen tussen de rotsspleten. Het zou een beschermd landschap moeten zijn, helemaal geschikt voor Tolkiens boeken. Veel archeologische onderzoek is er hier nog niet gedaan. Maar het is misschien meer een plek voor verhalenvertellers dan voor wetenschappers. Verder naar de Hé des Pourceaux kom je bij een adembenemend uitzichtpunt met een kleine natuurlijke tribune.
Als je verderop tussen de bemoste rotsen laveert, met aan beide zijden steile afgronden, weet je dat je voorzichtig moet zijn, om de draak niet wakker te maken."